Vooropgesteld: er zijn geen vaste regels voor het schrijven van getallen. Het is gebruikelijk om cijfers op de volgende manier te schrijven:
Je gebruikt letters voor: hele getallen van één tot en met twintig, de tientallen tot honderd, de honderdtallen tot duizend en de duizendtallen tot tienduizend. Ook gebruik je letters voor de getallen honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen. Het gebruik van letters geldt ook voor de rangtelwoorden van de getallen die net zijn genoemd.
Let op: je schrijft vierhonderdduizend (aan elkaar), maar vijf miljoen (los) en zes miljard (los).
Je gebruikt cijfers voor: getallen boven de twintig met uitzondering van de tientallen en honderdtallen. Ook gebruik je cijfers voor maten, gewichten, bedragen, data, telefoonnummers, adressen, gewichten, maten en exacte tijdstippen.
Let op: als in een zin door de toepassing van regels getallen in cijfers én letters geschreven zouden moeten worden, dan gebruik je beide keren cijfers.
Voorbeelden:
-Vorig jaar heb ik 7.453 kilometer gefietst en dit jaar bijna achtduizend.
Je schrijft in deze zin 7.453 omdat het geen exact duizendtal is. Om die reden schrijf je dus wél achtduizend. Bij de duizendtallen tot tienduizend gebruik je letters.
-Er doen 36 hardlopers mee en 15 fietsers mee aan de sportdag.
In deze zin kies je twee kier voor cijfers. Als je in een zin verschillende getallen zowel in cijfers als in letters zou moeten schrijven, dan gebruik je beide keren cijfers.